Vroeg (7u) opgepikt met een busje, we gaan naar het regenwoud Daintree Forest. Prachtige rit langs de kust naar Port Douglas, ca een uur rijden over een bochtige weg.

Aangekomen bij het visitor centre moesten we eerst een smoking ceremony ondergaan. Een local aboriginal leidde ons door de rook, als teken van welkom en erbij horen. Daarna vertelde over z’n stamgebruiken, zoals verven van z’n lijf met stam- en eigen totem symbolen. En over nuttige en medinale planten uit het woud, zoals bladeren die zeep geven als je ze kapot wrijft.

Daarna met een elektrische bus het woud in waar we een pad konden volgen. Dat pas is ook nodig, want in het regenwoud kom je nog geen twee meter ver, zo dichtbegroeid is het. Planten te over, die op en over elkaar groeien en kronkelen.

Halfweg konden we zwemmen. Een frisse duik in de rivier, ver genoeg stroomopwaarts om niet gehapt te worden door een zoutwater krokodil.

Onze gids, Sambo, uit Finland, bleef doorpushen. In de bus allerlei weetjes over suikerriet, boomkangeroes, de cane toad, krokodillen…

Na een drankje huisgemaakte thee (van de thee velden hier) op naar de boot, krokodillen kijken. Als ze zich laten zien natuurlijk.

Eerst een baby gezien, toen een mediumsize, metertje of twee. Hij lag heel rustig, toen de boot dichterbij kwam sprong ie op, wat alle toeristjes flink schrik aanjoeg.
De hele dikke (6m+) waren vandaag niet te zien. Het heeft vannacht geregend, en met hoog water blijven ze onder water. ’s Ochtends vangen ze wel eens een zwijn, die ze dan eerst verdrinken en dan naar een zijrivier meenemen om op te peuzelen. Hier een dikkere kroko:

Prachtige omgeving langs de rivier.

Daarna een lange bochtige bergrit door het woud. Het woud is werelderfgoed en er wonen bijna geen mensen.

In dit gebied leeft ook de cassiowary, een soort struisvogel, gevaarlijk ook, hij kan trappen met z’n poten. En een blauwe vlinder, die heel snel kan vliegen, zo snel dat we hem niet gezien hebben.

Lunch, met wraps en nachos, bij een uitspanning in het woud.

Daarna naar Cape Tribulation, met een prachtige kustlijn. Het regenwoud grenst aan het strand. Aan de kust zijn mangrovebossen die overal hun wortels in de grond hebben. Prachtig gezicht.

Prima strandjes ook, alleen niet om in te zwemmen, anders wordt je krokodillenvoer. De crocs zitten meestal in de riviermonding, maar dat is meestal. Soms zwemmen ze ook over zee naar een buurrivier. En als ze wat lekkers zien happen ze, honger of niet.

Dan nog een korte rondwandeling door het woud met de gids. Hij vertelde over de strijd om het licht, elke plant wil de top bereiken, des noods door te parasiteren. Tegen een ander omhoogklimmen, een ander met haakdraden naar beneden trekken, halfweg beginnen zonder wortels etc.

Ook door een mangrovegebied gelopen met zandvliegen. Gelukkig een meter boven de grond op een looppad want het overstroomt hier regelmatig.

Een soort wandelende tak gezien, een paar mensen van de groep lieten die op hun hand lopen. Verder door ’t oerwoud, je weet soms niet waar je moet kijken hier, zo dicht is het begroeid.

Aan het eind v/d middag nog een ijsje eten, alles van locale vruchten. Inmiddels begint het flink te regenen, regenwoud he!

En daarna terug met het busje naar huis, in het pikkedonker, geen huis of straatlantaarn in de buurt op de hobbelige kronkelige kustweg. Hopelijk springt er geen Kangoeroe voor de bus (waarschuw bordjes genoeg, de beesten moeten beter weten!). Een uurtje later de helft vd busmensen afgezet in Port Douglas. Wij stappen weer een uur later uit in Cairns bij de avondmarkt, waar we nog een bak curry bij de food court scoren om thuis op te eten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *